19-07-2020 blog

Australië en Nederland: de verschillen in gebruikte technieken

Bij het woord “Australië” zullen veel mensen denken aan rode aarde, verzengende hitte en verbleekte kangoeroeskeletten… maar toch niet aan elektrische dekens? Dit gegeven wil ik verklaren in onderstaand verhaal. Na twee maanden fietsen op Tasmanië (eiland) en rondom Melbourne heb ik een beeld gekregen van de verschillen in installatietechniek tussen Australië en Nederland. Omdat ik in de jaren 2007 en 2014 eveneens meerdere maanden in dit land heb gefietst, zijn de veranderingen in de loop van de tijd na ca. 10.000 fietskilometers mooi te zien.

 

Het land is de laatste maanden volop in het nieuws geweest vanwege enorme droogte, bosbranden en (daarna) overstromingen. Een gevolg van klimaatverandering? Australië is nog steeds erg gericht op steenkolenexport oftewel CO2 export.Maar er zijn ook positieve zaken te melden.

 

Eindelijk regen! Bron: de Volkskrant 8 februari 2020

 

Regentonnen in Nederland zijn van kabouterformaat vergeleken met de gigantische reservoirs die hier bij huizen en gebouwen staan. Veelal gebruikt voor douchewater, er komt een speciale maar aangename geur van het water. Soms wordt het als “beautiful water” aangeprezen en geschikt geacht als drinkwater. Vooral in afgelegen gebieden en op campings.

 

Schuur met regenwatertank

Nu ben ik altijd zwaar achterdochtig waar het drinkwater betreft. Maar op de fiets hebben we al heeeeeel veel kilo’s mee te torsen, en een jerrycan water past daar niet meer bij. We zijn dus soms afhankelijk van zo’n watertank.

 

Op een eenzame camping waar meer horzels dan kampeerders bivakkeren, staat zo’n tank. Toch maar eens een kijkje bovenop nemen! Het dak is gammel, vogels scharrelen rond met alle vervuiling van dien. Ik zie een ellipsvormig gaasje waar de hemelwaterafvoer boven uitmondt, vol met stof, blaadjes en spinrag. Of het water in de tank nogmaals gefilterd wordt is onduidelijk. De parkranger heeft ons van tevoren telefonisch verzekerd dat het veilig drinkwater is, maar dit gaan wij dus niet drinken zonder het grondig gekookt te hebben.

 

Weken later spreek ik met begeleiders van een kinderkamp en zij vertellen levendig over een recent kampement op een andere locatie. Geen pretje, want alle kinderen moesten met grote spoed de bosjes in vanwege ziekte. Oorzaak: fout tankwater.

Regentonnen in Nederland zijn van kabouterformaat vergeleken met de gigantische reservoirs die hier bij huizen en gebouwen staan.

Marion Jansen DIA Groep

Betrouwbaar drinkwaternetwerk

Bron: The Age, 13 maart 2020

 

Werd net als in Nederland ook hier in vroeger tijden bier gedronken i.p.v. water, tegenwoordig zijn vrijwel alle gebouwen aangesloten op een goed en betrouwbaar drinkwaternet. Helemaal goed: bij elk café of restaurant krijg je ongevraagd gratis drinkwater zoveel als je wilt. Eindelijk een land dat korte metten probeert te maken met al die aanstellerige plastic flesjes water. Bier drinken kunnen de Australiërs trouwens nog steeds als de beste.

 

Als we het over toiletten hebben: dit land beschikt over een fenomenaal aantal gratis en schone openbare toiletten. Je zou zeggen een basisvoorziening, maar in Nederland heb ik er nog nooit een aangetroffen. Misschien onze handelsgeest, voor alles moet betaald worden? Alle toiletreservoirs, ook de oudere, zijn voorzien van dubbele spoelknop en de kranen zijn veelal elektronisch uitgevoerd. En alles werkt! Mijn echtgenoot is in de loop van vakanties, met name in Azië, noodgedwongen een specialist stortbakken-reparateur geworden, maar hij hoeft hier geen enkele keer in actie te komen.

 

Veel douches op campings zijn voorzien van een timer met een sneaky ingebouwde wachttijd. Toegestane douchetijd bedraagt afhankelijk van de waterrestricties 3 tot 5 minuten.  De wachttijd is vervolgens 5 minuten, waarbij het soms streng verboden is om naar een andere douche te hoppen. Volgens de instructie is dat om ongelukken door uitglijden te voorkomen, maar ik verdenk de beheerders ervan hun eigen portemonnee te willen ontzien. In warm tapwater wordt meestal voorzien middels elektrische boilers, of via uitwisselbare gasflessen. Een gasleidingnet hebben we nergens kunnen ontdekken.

 

Tot zover het voornamelijk goede nieuws. Het lijkt allemaal behoorlijk duurzaam, toch?

Particulieren verstoken veel hout. Met karrevrachten wordt het uit de bossen gehaald.

Marion Jansen DIA Groep

Verwarming, ventilatie, koeling en duurzame energieopwekking

Lastiger wordt het als we bij de onderdelen verwarming, ventilatie, koeling en duurzame energieopwekking belanden. Dat geldt met een zijsprongetje ook voor verkeer en het nuttigen van vlees.

 

Op veel plaatsen schetteren de kreten organic en sustainable. Vreemde eenden in de bijt in een land waar zoals gezegd enorm veel steenkool wordt gewonnen en geëxporteerd, waar de auto nog steeds heer en meester is en waar de vleesconsumptie bijzonder hoog ligt.

 

Natuurlijk is een auto erg handig in een land met zulke dramatische afstanden en een minimaal spoorwegennet. Elektrische auto’s zijn niet voor de hand liggend. Maar zelfs in de grote steden zien we geen enkele elektrische auto en dus ook geen oplaadpalen. Erger is dat een groot deel van de auto’s hoogbejaard is. Regelmatig kun je dan ook met roet bepluimde uitlaten ontwaren.

 

De vleesconsumptie is tot grote hoogte gestegen. Op menukaarten prijken steevast steaks, de kleinste is 300 gram, maar het gemiddelde bedraagt 500 gram. Een halve kilo! Dat heeft toch geen mens nodig? Maar Australiërs zijn echte carnivoren en slepen daarom BBQ’s mee waar je een halve koe op kunt blakeren. Misschien dat sommige mensen hiervan gaan watertanden, maar ik niet. De BBQ’s worden gewoonlijk op elektra aangesloten, maar een vrachtje houtskool wil ook nog wel eens tevoorschijn komen.

 

En hoe staat het met alternatieve energie? Wat windenergie betreft kunnen we melden dat in 2007 geen enkele windmolen te zien was, in 2014 ook niet. Maar in 2020 is een gigantische sprong gemaakt van nul naar wel tien windmolens.

 

Say no to turbines

Niet dat iedereen daar enthousiast over is. Want zoals in meer landen geldt ook hier: allemaal leuk en aardig die verduurzaming, maar niet in mijn achtertuin (die in Australië trouwens vaak erg groot is). Geluid en slagschaduwen zijn ook hier de grote nadelen van windmolens in de nabijheid van mensen.

 

Niet in mijn achtertuin!

In 2007 zagen we een veldje zonnepanelen, ik schat de omvang van een klein voetbalveld. Een heuse plaquette vermeldde dat dit het grootste veld met zonnepanelen in Australië betrof. Zoooo, wat waren we onder de indruk. Zoveel zon en dan dit veldje als grootste park? Dat moest toch anders kunnen, en dat blijkt ook want in 13 jaar tijd zijn er enorm veel panelen bijgekomen, zowel bij utiliteit als bij particulieren.

 

En dan nu de elektrische dekens. In dit vaak zonovergoten land? Toch kan het op dit continent gemeen koud worden. Vooral in Tasmanië, het eiland diep in het zuiden. Als hier een zuidenwind waait, komt deze rechtstreeks van de ijzige Zuidpool. Tijdens eerdere reizen stond het ijs ’s morgens weleens op de tent. Bij een luxere overnachting zoals in een cabin (dit is een stacaravan compleet met keuken en badkamer) denk je: heerlijk luxe. Totdat je merkt dat het ’s morgens steenkoud is omdat zo’n metalen geval één grote koudebrug is. Een elektrische deken is dan een uitkomst.

 

Verwarming vindt verder alleen plaats middels elektrische radiatoren of een split-unit. Zowel qua warmte als koude uitgeprobeerd, maar echt aangenaam wordt het nooit. Het blijft in de ochtend te koud en bij warm weer waai je weg. In woonhuizen en motels is het al niet veel beter.

 

Particulieren verstoken veel hout. Met karrevrachten wordt het uit de bossen gehaald.

 

Ventilatie is eveneens een ondergeschoven kindje. In het beste geval tocht het een partij vanuit een wandunit. Maar meestal beperkt ventilatie zich tot het openen van ramen. Anders dan bij ons moeten deze ramen altijd zijn voorzien van horregaas om allerlei gespuis buiten te houden. Vooral de zogenaamde huntsman spiders zijn met hun afmetingen van pakweg 15 centimeter erg gezellig!

 

Terug in Nederland realiseer ik me weer dat installatietechniek een prachtig vakgebied is. Bij de start van een bouwproject werp je een blik in de bouwput om te denken: dit kan toch nooit wat worden. Om maanden daarna met alle partijen toch weer een mooi en functionerend gebouw op te leveren.

 

Ons vakgebied merk je pas op als het niet meer werkt. Met de komende crisis in aantocht is het goed te bedenken dat geen enkel gebouw functioneert zonder installatietechniek. Ons vak zal altijd nodig blijven.

 

Deze blog is geschreven door Marion Jansen, collega bij DIa Groep. De ervaringen in Australië door de ogen van een engineer.